Stokkum
Stokkum (Nederfrankisch: Stökkum) is één van de elf kerkdorpen van de gemeente Montferland, gelegen in de Gelderse streek De Liemers. Stokkum ligt aan de voet van de Hulzenberg dat een onderdeel is van het Bergherbos, ook bekend als het Montferland. Op de hellingen van de Hulzenberg liggen de ‘zandbulten’. Stokkum telde in 2014 ruim elfhonderd inwoners.[1] Het dorp bezit een oude korenmolen, genaamd de Düffels Möl.
Geschiedenis
Uit bodemvondsten blijkt dat de bossen in de omgeving van Stokkum 2500 jaar geleden al bewoond moeten zijn. Vormen van ontginning hebben vermoedelijk al in de zevende eeuw voor Christus plaatsgevonden. In de omgeving zijn ook veel ijzerslakken aangetroffen. Uit het ijzeroer werd in die periode ijzer gewonnen. IJzeroer wordt nog wel aangetroffen in een beekje, de Sprung.
In het jaar 1240 wordt Stokkum in geschriften voor het eerst genoemd als Stokhem. Aan het achtervoegsel -hem- is te zien dat het oorspronkelijk een zogenaamde Rijkskarolingische nederzetting is geweest, een vestiging van Frankische soldaten. Die staken, rond 800 na Christus, veelvuldig de Rijn over en koloniseerden gebieden aan de overkant (onder andere de Liemers). De naam Stokkum komt van “Stok”, verbonden met het kappen van bomen, terwijl “heim” de betekenis van huis of dorp kan hebben.
De Sint-Suitbertuskerk werd in 1915 in gebruik genomen. De Heilige Suitbertus, afkomstig uit Engeland, is als patroonheilige gekozen. De architect heeft geprobeerd de kerk aan te passen aan de toenmalige kleinschalige gemeenschap, gesitueerd in het glooiende landschap.
In het dorp wordt een eigen dialect gesproken: het Liemers. Dit is een variant van het Nederfrankisch met sterke invloeden uit het Nedersaksisch.